drs. Emma Dijkstra

vrijdag, oktober 4th, 2019

FOCUS op communicatieve participatie

Het project FOCUS neemt de communicatieve participatie van peuters met TOS onder de loep en sluit daarmee perfect aan bij het thema van TaalStaal 2020.

Ouders van peuters met TOS op de vroegbehandeling hebben vaak een hulpvraag gericht op communicatieve participatie, ofwel ‘de moeilijkheden die hun kind ervaart met communiceren in dagelijkse situaties (thuis, bij de peuteropvang/op school en in de maatschappij)’.

Recent is er in Nederland een instrument beschikbaar gekomen om de vooruitgang op het gebied van communicatieve participatie te meten, namelijk de Focus on Outcomes of Communication Under Six (FOCUS, Thomas-Stonell, Oddson, Robertson, Walker, & Rosenbaum, 2012): FOCUS-34-NL. Tot nu toe werd met name de vooruitgang op het gebied van de taalvaardigheid van kinderen in de vroegbehandeling systematisch in kaart gebracht. De FOCUS-34-NL, een vragenlijst met 34 vragen voor ouders, zou een mooie aanvulling kunnen zijn op de bestaande meetinstrumenten.

In dit project willen we onderzoeken welke toegevoegde waarde de FOCUS kan hebben bij het monitoren van behandelresultaten. We richten ons hierbij op ervaringen van behandelaren en ouders. In het onderzoek bepalen we daarnaast in hoeverre peuters met TOS vooruitgang laten zien op het gebied van communicatieve participatie, gemeten met de FOCUS-34-NL. Deze vooruitgang vergelijken we met de mate van vooruitgang op het gebied van de taalvaardigheid. In totaal zullen 80 kinderen met TOS in de leeftijd van 2;6 tot 4;0 jaar aan het onderzoek deelnemen.

In deze presentatie zullen we de opzet van het project presenteren en een indruk geven van de opbrengsten van het eerste meetmoment.

Dit project is een samenwerking tussen Adelante, Audiologie & Communicatie (Marijke Zoons), Koninklijke Auris Groep (Brigitta Keij & Iris Duinmeijer), Koninklijke Kentalis (Emma Dijkstra), NSDSK (Rosanne van der Zee) en Pento.

Over Emma Dijkstra
Emma Dijkstra is opgeleid als orthopedagoog en werkt als onderzoeker bij Kentalis. Ze werkt aan wetenschappelijke en praktijkgerichte onderzoeksprojecten gericht op kinderen met een TOS, o.a. in sectorale samenwerkingsprojecten zoals FOCUS.

Rosanne van der Zee, MA

vrijdag, oktober 4th, 2019

Emoties en gedragsproblemen bij kinderen met TOS

Neeltje van den Bedem1, Rosanne van der Zee2

  1. Universiteit Leiden
  2. NSDSK Amsterdam

Kinderen die moeite hebben hun emoties te herkennen, te begrijpen en op een consructieve wijze te uiten, ontwikkelen vaker internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. Dit geldt in sterke mate voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Kinderen met TOS hebben minder toegang tot sociale interacties, waardoor zij minder inzicht kunnen krijgen in intenties, emoties en gedachten van zichzelf en anderen. Het is daarom belangrijk kinderen met TOS al vanaf jonge leeftijd te ondersteunen in hun emotionele competenties.

In deze lezing bespreken we twee recente onderzoeksprojecten naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd (6-10 jaar) en bij (pre)pubers (9-16 jaar) met TOS. Veel voorkomende problemen, onderliggende oorzaken én oplossingen komen aan bod aan de hand van tips van kinderen en professionals.

Over Rosanne van der Zee

Rosanne van der Zee werkt als onderzoeker bij de afdeling Onderzoek & Ontwikkeling van de NSDSK. Haar onderzoeksprojecten richten zich met name op de taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met TOS en kinderen met gehoorverlies. Daarnaast is zij trainer/ontwikkelaar van Emotieweb, een instrument voor professionals om het sociaal-emotioneel functioneren in kaart te brengen.

Neeltje van den Bedem, MsC

vrijdag, oktober 4th, 2019

Emoties en gedragsproblemen bij kinderen met TOS

Neeltje van den Bedem1, Rosanne van der Zee2

  1. Universiteit Leiden
  2. NSDSK Amsterdam

Kinderen die moeite hebben hun emoties te herkennen, te begrijpen en op een consructieve wijze te uiten, ontwikkelen vaker internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. Dit geldt in sterke mate voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Kinderen met TOS hebben minder toegang tot sociale interacties, waardoor zij minder inzicht kunnen krijgen in intenties, emoties en gedachten van zichzelf en anderen. Het is daarom belangrijk kinderen met TOS al vanaf jonge leeftijd te ondersteunen in hun emotionele competenties.

In deze lezing bespreken we twee recente onderzoeksprojecten naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd (6-10 jaar) en bij (pre)pubers (9-16 jaar) met TOS. Veel voorkomende problemen, onderliggende oorzaken én oplossingen komen aan bod aan de hand van tips van kinderen en professionals.

Over Neeltje van den Bedem

Neeltje van den Bedem werkt als postdoc onderzoeker ontwikkelingspsychologie aan universiteit Leiden. Binnenkort verdedigt zij haar proefschrift over de sociaal-emotionele ontwikkeling van (pre)pubers met een TOS. Over dit onderzoek schreef zij een brochure voor professionals.

dr. Lizet Ketelaar

vrijdag, oktober 4th, 2019

Evaluatie en behandeling van spraakontwikkelingsstoornissen bij kinderen met spraak- en taalontwikkelingsstoornissen

 Anniek van Doornik1, Lizet Ketelaar2, Esther Ottow-Henning3

 

  1. Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht
  2. NSDSK
  3. Koninklijke Auris Groep

Kinderen met spraakontwikkelingsstoornissen (SOS) zijn minder goed verstaanbaar dan kinderen met een typische spraakontwikkeling. Dit kan leiden tot participatieproblemen en frustratie in het dagelijks leven. Het is belangrijk om naast het meten van het percentage consonanten correct (PCC) en het in kaart brengen van het fonologisch systeem ook de verstaanbaarheid in het dagelijks leven te betrekken bij de diagnostiek en evaluatie van behandeling. De Schaal voor verstaanbaarheid in context (ICS-NL) is hiervoor een geschikt instrument. In het promotieonderzoek SPEECH van de Hogeschool Utrecht/Universiteit Utrecht is het gebruik van de ICS-NL onderzocht.

Vroege interventie is belangrijk om de spraakontwikkeling te ondersteunen. Bij de NSDSK en bij Auris zijn twee verschillende aanpakken onderzocht om de kinderen met SOS en TOS te helpen zich sneller verstaanbaar te maken. Bij de NSDSK is intensief aanbod geboden gedurende 6 maanden in een aparte behandelgroep gericht op de kinderen met ernstige SOS en expressieve TOS. Bij Auris is het effect van het toevoegen van een groepsinterventie geboden door pedagogisch behandelaren aan het aanbod met individuele logopedie op de behandelgroepen voor kinderen met TOS onderzocht.

In deze presentatie delen we wat we weten over hoe ouders de vragen van de ICS-NL interpreteren en we bespreken de uitkomsten van het onderzoek naar de twee interventies. Tot slot bespreken we de toepassing van onze resultaten bij het onderzoek en behandeling van jonge kinderen met SOS.

Over Lizet Ketelaar

Dr. Lizet Ketelaar is ontwikkelingspsycholoog en werkt sinds 2015 als senior onderzoeker bij de NSDSK. Zij is in 2014 aan de Universiteit Leiden gepromoveerd op onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een cochleair implantaat. Bij de NSDSK is Lizet projectleider van diverse onderzoeken naar de spraak/taalontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen met TOS en met een gehoorverlies.

 

Anniek van Doornik, MSc

vrijdag, oktober 4th, 2019

Evaluatie en behandeling van spraakontwikkelingsstoornissen bij kinderen met spraak- en taalontwikkelingsstoornissen

 Anniek van Doornik1, Lizet Ketelaar2, Esther Ottow-Henning3

 

  1. Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht
  2. NSDSK
  3. Koninklijke Auris Groep

Kinderen met spraakontwikkelingsstoornissen (SOS) zijn minder goed verstaanbaar dan kinderen met een typische spraakontwikkeling. Dit kan leiden tot participatieproblemen en frustratie in het dagelijks leven. Het is belangrijk om naast het meten van het percentage consonanten correct (PCC) en het in kaart brengen van het fonologisch systeem ook de verstaanbaarheid in het dagelijks leven te betrekken bij de diagnostiek en evaluatie van behandeling. De Schaal voor verstaanbaarheid in context (ICS-NL) is hiervoor een geschikt instrument. In het promotieonderzoek SPEECH van de Hogeschool Utrecht/Universiteit Utrecht is het gebruik van de ICS-NL onderzocht.

Vroege interventie is belangrijk om de spraakontwikkeling te ondersteunen. Bij de NSDSK en bij Auris zijn twee verschillende aanpakken onderzocht om de kinderen met SOS en TOS te helpen zich sneller verstaanbaar te maken. Bij de NSDSK is intensief aanbod geboden gedurende 6 maanden in een aparte behandelgroep gericht op de kinderen met ernstige SOS en expressieve TOS. Bij Auris is het effect van het toevoegen van een groepsinterventie geboden door pedagogisch behandelaren aan het aanbod met individuele logopedie op de behandelgroepen voor kinderen met TOS onderzocht.

In deze presentatie delen we wat we weten over hoe ouders de vragen van de ICS-NL interpreteren en we bespreken de uitkomsten van het onderzoek naar de twee interventies. Tot slot bespreken we de toepassing van onze resultaten bij het onderzoek en behandeling van jonge kinderen met SOS.

Over Anniek van Doornik

Anniek van Doornik, MSc, is promovenda en hogeschooldocent spraak- en taalontwikkelingsstoornissen aan de Hogeschool Utrecht. Als logopedist heeft zij gewerkt binnen haar eigen praktijk en het speciaal onderwijs aan kinderen met spraak-en taalproblemen (cluster 2). Het promotieonderzoek SPEECH van Anniek gaat over de ernstbepaling van kinderen met spraakontwikkelingsstoornissen waarbij het functioneren in het dagelijks leven van kinderen met spraakontwikkelingsstoornissen centraal staat. Dit onderzoek wordt uitgevoerd aan de Hogeschool Utrecht en de universiteit Utrecht.

dr. Annette Scheper

vrijdag, oktober 4th, 2019

Doeltreffendheid van de TOS-interventie ‘Story Grammar Training’ in de klas.

Is de TOS-interventie Story Grammar Training doeltreffend voor de verbetering van de mondelinge vertelvaardigheid van kinderen met een TOS? En leidt de interventie tot een betere participatie van de kinderen in hun sociale interactie? In deze lezing delen Annette Scheper en Lonneke Janssen de resultaten van hun onderzoek naar het aanbod van twee interventies. Een TOS-interventie ‘Story Grammer Training’ en een reguliere interventie ‘Discussiëren Kun Je Leren’. De interventies werden aangeboden aan 12 kinderen met een taalontwikkelingsstoornis uit groep 5 en 6 van een Kentalis sbo. De kinderen werden op drie meetmomenten getest op het gebied van communicatie (sociale interactie), morfosyntaxis (grammaticaal correct, complexiteit), pragmatiek (plotstructuur) en tekstbegrip.

Over Annette Scheper

Dr. Annette Scheper is opgeleid als psycholinguïst/klinisch linguïst en werkt als senior onderzoeker bij de Programmalijn TOS van de Kentalis Academie. Zij heeft Algemene Taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd en is gepromoveerd op taalprofielen bij kinderen met psychiatrische stoornissen (o.a. ASS, ADHD).

Haar onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de kenmerken van TOS in relatie tot hun neurocognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Verder voert zij onderzoek uit naar de doeltreffendheid van verschillende interventies voor TOS. Zij is mede-ontwikkelaar van de Kentalis-methodieken ‘Jules voor TOS’ en ‘TES voor TOS’ om kinderen met een TOS in hun talige en gehele ontwikkeling te stimuleren. Ook is zij mede-ontwikkelaar van de methodiek ‘Story Grammar Training’ voor het verbeteren van de vertelvaardigheid van schoolgaande kinderen met een TOS binnen zorg en onderwijs. Verder is zij auteur van de Fonologielijn voor jonge kinderen met een TOS om uniform werken bij kinderen met fonologische stoornissen te stimuleren (Scheper & Cavus, 2016).

 

 

 

Esther Ottow-Henning, MSc

vrijdag, oktober 4th, 2019

Evaluatie en behandeling van spraakontwikkelingsstoornissen bij kinderen met spraak- en taalontwikkelingsstoornissen

 Anniek van Doornik1, Lizet Ketelaar2, Esther Ottow-Henning3

 

  1. Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht
  2. NSDSK
  3. Koninklijke Auris Groep

Kinderen met spraakontwikkelingsstoornissen (SOS) zijn minder goed verstaanbaar dan kinderen met een typische spraakontwikkeling. Dit kan leiden tot participatieproblemen en frustratie in het dagelijks leven. Het is belangrijk om naast het meten van het percentage consonanten correct (PCC) en het in kaart brengen van het fonologisch systeem ook de verstaanbaarheid in het dagelijks leven te betrekken bij de diagnostiek en evaluatie van behandeling. De Schaal voor verstaanbaarheid in context (ICS-NL) is hiervoor een geschikt instrument. In het promotieonderzoek SPEECH van de Hogeschool Utrecht/Universiteit Utrecht is het gebruik van de ICS-NL onderzocht.

Vroege interventie is belangrijk om de spraakontwikkeling te ondersteunen. Bij de NSDSK en bij Auris zijn twee verschillende aanpakken onderzocht om de kinderen met SOS en TOS te helpen zich sneller verstaanbaar te maken. Bij de NSDSK is intensief aanbod geboden gedurende 6 maanden in een aparte behandelgroep gericht op de kinderen met ernstige SOS en expressieve TOS. Bij Auris is het effect van het toevoegen van een groepsinterventie geboden door pedagogisch behandelaren aan het aanbod met individuele logopedie op de behandelgroepen voor kinderen met TOS onderzocht.

In deze presentatie delen we wat we weten over hoe ouders de vragen van de ICS-NL interpreteren en we bespreken de uitkomsten van het onderzoek naar de twee interventies. Tot slot bespreken we de toepassing van onze resultaten bij het onderzoek en behandeling van jonge kinderen met SOS.

Over Esther Ottow-Henning

Esther Ottow-Henning is opgeleid als logopedist en psycholoog en werkt als onderzoeker bij Auris. Ze is ervaren in het opzetten van onderzoek in de behandelgroepen naar het effect van interventies. Haar focus is op het jonge kind met TOS, fonologie, woordenschat, Hanen en technologie in de behandeling. De afgelopen twee jaar heeft ze onder andere onderzoek gedaan naar klankontwikkelingsproblemen bij peuters met TOS.

dr. Iris Duinmeijer

vrijdag, augustus 9th, 2019

Taal in Zicht

Project Taal in Zicht is een onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). In dit onderzoek wordt 20 jaar lang de ontwikkeling gevolgd van kinderen met een TOS en kinderen die een TOS hebben gehad. Hoe verloopt hun taalontwikkeling? Hoe gaat het op school of op hun werk? Met sommige kinderen gaat het goed, maar andere kinderen blijven moeite houden met taal. Als we weten met wie het goed komt en wie moeite blijft houden, kunnen we kinderen in de toekomst nog beter helpen.

Over Iris Duinmeijer

Iris Duinmeijer werkt als senior onderzoeker bij de Koninklijke Auris Groep. Ze is taalkundige/klinisch linguïst en is bij de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op een onderzoek naar de grammaticale problemen van kinderen een TOS. Binnen Auris houdt ze zich voor de TOS-doelgroep bezig met onderzoek en ontwikkeling op het gebied van monitoring, samenhang tussen taal en andere ontwikkelingsgebieden, lezen en spellen, grammatica en Engels.

dr. Roxette van den Bosch

vrijdag, augustus 9th, 2019

Lezen, spellen en TOS

Lezen en spellen zijn kernonderdelen van het (basis)onderwijs en vormen belangrijke onderdelen van de zelfredzaamheid en verdere academische ontwikkeling van kinderen. Kinderen met TOS hebben vaak problemen met lezen en/of spellen. In deze lezing wordt allereerst ingegaan op de relatie tussen gesproken en geschreven taal. Daarna komt de relatie tussen technisch lezen en spelling aan bod. Tot slot worden de problemen die kinderen met TOS ervaren met lezen en spellen besproken en wordt ingegaan op wat kinderen met TOS nodig hebben qua lees- en spellingbegeleiding.

Over Roxette van den Bosch

Roxette van den Bosch is sinds september 2018 senior onderzoeker onderwijs bij de Koninklijke Auris Groep. Ze is in 2013 afgestudeerd als orthopedagoog (richting leerprobroblemen) aan de Universiteit Leiden. In 2018 is ze aan dezelfde universiteit gepromoveerd. Roxette promoveerde op onderzoek naar het monitoren van de voortgang in leesvaardigheid van leerlingen met leesproblemen, en de interpretatie van die voortgangsgegevens van leerlingen door leerkrachten. Binnen Auris doet Roxette onderzoek naar kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) en houdt ze zich vooral bezig met (onderzoeks)projecten en ontwikkelingen op het gebied van lezen, spellen, logopedie, meertaligheid, voortgangsmonitoring en leeropbrengsten.

dr. Madelon van den Boer

vrijdag, augustus 9th, 2019

Lezen, spellen en TOS

Lezen en spellen zijn kernonderdelen van het (basis)onderwijs en vormen belangrijke onderdelen van de zelfredzaamheid en verdere academische ontwikkeling van kinderen. Kinderen met TOS hebben vaak problemen met lezen en/of spellen. In deze lezing wordt allereerst ingegaan op de relatie tussen gesproken en geschreven taal. Daarna komt de relatie tussen technisch lezen en spelling aan bod. Tot slot worden de problemen die kinderen met TOS ervaren met lezen en spellen besproken en wordt ingegaan op wat kinderen met TOS nodig hebben qua lees- en spellingbegeleiding.

Over Madelon van den Boer

Dr. Madelon van den Boer is als onderzoeker en docent werkzaam bij de afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde van de Universiteit van Amsterdam. In 2014 promoveerde zij op onderzoek naar de leesontwikkeling bij kinderen. In huidig onderzoek richt zij zich op de ontwikkeling van lees- en spellingvaardigheden op de basisschool en op het aanleren van vreemde talen en het aanpakken van dyslexie op het voortgezet onderwijs. Daarnaast is zij als orthopedagoog werkzaam op een basisschool.